Marc Coucke staat op het punt twee golfclubs in Durbuy te verwerven. Het spel met het witte balletje zit in de lift, maar de investeringslast weegt zwaar door. Een op de vier clubs in België hapt naar adem, blijkt uit een analyse van De Tijd.
Marc Coucke drukt met de aankoop van de golfclub van Durbuy in de deelgemeente Barvau-sur-Ourthe en die van Five Nations in het nabijgelegen Méan zijn stempel op de golfsport. Zijn interesse is niet toevallig. Golf is big business geworden. Er zijn 88 clubs in ons land, en het aantal spelers zit al jaren in de lift. ‘Eind 2017 waren er 64.965, of bijna 4 procent meer dan een seizoen eerder’, zegt Emmanuel Rombouts, voorzitter van de Koninklijke Belgische Golf Federatie (KBGF). ‘Ik verwacht dat dit jaar de kaap van 67.000 actieve spelers gerond wordt. En het plafond is nog lang niet in zicht.’
Ook in het buitenland scoort ons land erg goed. ‘België is als golfbestemming sterk in opkomst’, klinkt het op Leadingcourses.com, een website die 24.890 golfbanen uit 139 regio’s vergelijkt. Ons land scoort met een rating van 8,6 beter dan Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië. ‘Die internationale interesse zet een turbo onder de lokale groei’, zegt golfmanager en KBGF-bestuurslid Piet Vandenbussche. ‘In die zin lijkt de investering van Marc Coucke een logische keuze.’
Het ledenaantal van Golf de Durbuy (27 holes) en Five Nations (18 holes) schommelt rond 600. Dat is vrij laag. Een golfclub is echter niet alleen afhankelijk van lidgeld. Ze kan ook geld verdienen met green fees, toegangsprijzen die niet-leden betalen om een dagje te golfen. ‘Daarmee zal Coucke het verschil moeten maken’, klinkt het. ‘Hij zal zijn clubs zodanig in de markt moeten zetten dat ze trekpleisters worden voor liefhebbers en toeristen.’
De golfbaan in Durbuy geldt als de meest ‘democratische’ van de twee. Die kan hij met entreeprijzen van 64 euro tijdens de week en 73 euro in het weekend uitspelen als een publiekstrekker. Het naburige Five Nations is iets exclusiever. Daar werd de 17de-eeuwse hoeve, die dienstdoet als een clubhuis en een restaurant, onlangs uitgebreid met een luxueus hotel van 35 kamers. Daar zal de green fee wellicht iets hoger uitvallen.
Financiële druk
Coucke voegt golfclubs toe aan pretimperium
Hoe diep Coucke in de portefeuille moet tasten om beide clubs weer florerend te maken, is koffiedik kijken. ‘Dat zal gigantisch veel kapitaal en geduld kosten’, zegt Vandenbussche. ‘De concurrentie staat niet stil en de klant is veeleisender geworden. Hij verwacht meer voor een redelijkere prijs. Dat zet veel clubs onder financiële druk.’ Chris Morton, algemeen directeur van de golfclubs van Damme en Tielt-Winge, bevestigt dat. ‘Een golfclub rendabel maken kan, maar vergt bloed, zweet en tranen. Het verwondert me niet dat steeds meer clubs in moeilijkheden komen.’
Een op de vier golfclubs in België hapt naar adem, blijkt uit een doorlichting van De Tijd. Van de 88 clubs zijn er 53 met minimaal 18 holes, een kwart – of niet minder dan 21 clubs – worstelt met een zwakke financiële basis door structurele verliezen. Bij vijf clubs is er zelfs geen sprake meer van een buffer en is het eigen vermogen negatief.
Een van die rode lantaarns is Golf Club d’Hulencourt uit Waals-Brabant. ‘Die behoort nochtans al jaren tot de beste banen van België’, zegt KBGF-voorzitter Rombouts. De ietwat elitaire club, waar profs als Nicolas Colsaerts en Jérôme Theunis vaak een balletje slaan, is eigendom van Patrick Solvay, een telg van de familie achter de chemiereus Solvay. Met een opgestapeld verlies van 16,4 miljoen euro en een negatief eigen vermogen van 10 miljoen euro lijkt die golfclub virtueel failliet.
Maar daarvan ligt niemand wakker. Nihil melius quam bona vita, is de slogan van de club (‘niets beter dan het goede leven’). Zolang de mecenas van Solvay bereid is miljoenen in de zaak te pompen, blijft die overeind. De jongste drie jaar investeerde hij al 5,3 miljoen. Niet enkel in de golfbaan, maar ook in het riante clubhuis waar een kunstencentrum is gevestigd en een kamerorkest van jonge, professionele muzikanten al tien jaar zijn thuisbasis heeft.
Andere golfclubs die door een negatief eigen vermogen op de rand van het bankroet balanceren, zijn de Royal Amicale Anderlecht Golf Club in Neerpede (18 holes), de erg exclusieve Golf de 7 Fontaines van de vermogende Vlaming Maurice Weymeersch in Eigenbrakel (36 holes) en Steenhoven Country Club van de familie De Broqueville in Postel (18 holes). Daar zal de inbreng van vers kapitaal dringend de balans moeten versterken, of het voortbestaan komt in gevaar.
Bij grotere golfclubs zoals die van Durbuy, Château de La Bawette (Waver) en Millennium (Paal-Beringen) is de financiële buffer of het eigen vermogen nog niet in het rood gezakt, maar begint de klok te tikken. Ook daar leiden structurele verliezen, een zwak eigen vermogen en een hoge schuldenlast tot een gevaarlijke cocktail. Als de winstgraad niet wordt hersteld, dreigen die clubs in moeilijke papieren te komen.
Zoute
Ook bij de luxueuze Naxhelet Golfclub, in de buurt van Huy, zijn er opgestapelde verliezen voor bijna 6 miljoen euro. Maar dat is eerder te wijten aan opstartverliezen door de ontwikkeling van allerlei vastgoed. Het project wordt gefinancierd door de familie van Bernard Jolly, die als telg van de Knokse familie Lippens ook voorzitter is van de Compagnie Het Zoute én lid van de Royal Zoute Golf Club. Een gelijkaardig verhaal bij de in 2016 gelanceerde golfclub The National, die een immens vastgoedproject plant op de voormalige paardenrenbaan van Sterrebeek. Ook daar zijn er opgestapelde verliezen door hoge opstartkosten en lange ontwikkelingscycli.
Het valt trouwens op dat alle 53 golfclubs met minstens 18 holes fors moesten investeren om hun banen en de omliggende infrastructuur in optimale conditie te houden. De jongste drie jaar alleen werd daarin 50 miljoen euro geïnvesteerd, of gemiddeld 1 miljoen per club. Ook dat doet de sector naar adem happen.
Maar het beeld is niet enkel negatief. Er zijn ook golfclubs die bijzonder goed presteren en mooie winsten realiseren. Voorbeelden zijn Golf Château de la Tournette, Rinkven International, Henri-Chapelle en de koninklijke clubs Ravenstein, Waterloo en Sart-Tilman. Die zes waren in drie jaar goed voor een gereserveerde winst van bijna 20 miljoen euro.
De la Tournette in Nijvel is een pareltje. Het ligt op een domein van 165 hectare en is eigendom van de Nederlandse familie Snijders die ook de golfclubs van Enghien (Edingen) en Pierpont (Les Bons Villers) in handen heeft. Die clubs liggen op amper enkele kilometers van elkaar ten zuiden van Brussel, en dat is niet toevallig. Ze versterken elkaar doordat leden van de ene club ook bij de andere terechtkunnen.
Dat concept van ‘ketenvorming’, waarbij de ene club profiteert van de ervaring van de andere, is ook aanwezig bij de golfclubs Damme en Tielt-Winge. Beide worden gerund door Chris Morton, een gewezen Britse golfprof die getrouwd is met Isabelle Santens, de CEO van de kledingketen Xandres en een telg uit een Oost-Vlaamse textielfamilie. Samen met de ondernemer en investeerder Frank Donck namen ze de clubs over, die nu respectievelijk 1.400 en 600 leden tellen.
In Nederland is golf erg populair geworden dankzij lagere inkomprijzen. Volgens experts zal dat model het van de elitaire aanpak halen.
Morton en Santens zijn ook bestuurslid bij de Golf & Country Club in Oudenaarde. ‘Daar zijn we echter geen aandeelhouder’, zegt hij. ‘Die club is in handen van andere takken van de familie Santens en een zestal lokale families.’ Opmerkelijk: Oudenaarde was de voorbije drie jaar erg winstgevend en wist in die periode een royale spaarpot van 1,5 miljoen euro op te bouwen, terwijl Damme en Tielt-Winge vooral verlies boekten. ‘Het toont aan hoe uitdagend de business blijft’, aldus Morton.
Niet duurder dan een tennisclub
Het zakenmodel van Henri-Chapelle in Welkenraedt kan als alternatief dienen. Die club is in handen van de Nederlandse financiers Andreas Gijzen en Cees Jongmans en hanteert erg scherpe instapprijzen voor leden en bezoekers. ‘We zijn niet duurder dan een tennisclub. Iedereen is welkom’, klinkt het. Die lage drempel legde Henri-Chapelle geen windeieren: met een winstreserve van 2,4 miljoen en een financiële buffer van 91 procent (eigen vermogen op balanstotaal) is het een van de best presterende clubs in België.
Het model staat in schril contrast met de elitaire aanpak van Golf de 7 Fontaines. Daar ligt de drempel erg hoog: om lid te worden moet je een ‘aandeel’ van ruim 10.000 euro kopen. Over de voorbije 20 jaar wist de club 1.500 ‘aandeelhouders’ en een kapitaal van 15 miljoen euro te verzamelen. Maar daar blijft niets van over. Het eigen vermogen staat voor 315.000 euro in het rood.
Experts gaan ervan uit dat de lage drempel het zal winnen van het elitaire model. In Nederland is die evolutie al jaren bezig en de golfsport is er erg populair door geworden. Er zijn 397.000 actieve spelers verspreid over 286 clubs. Opmerkelijk: de helft van die golfers zijn ‘vrije spelers’, die geen lidkaart bezitten. Het is een segment dat nog volop kan groeien in ons land. Het is – niet toevallig – de markt waarop Marc Coucke mikt.
Bron: De Tijd – Piet Depuydt, Redacteur T-Weekend